Dan moet u een aantal zaken regelen en moet uw product aan bepaalde eisen (die het ontvangende land stelt) voldoen. In onderstaande pagina's lichten we een aantal zaken toe die van belang zijn bij het exporteren van plantaardig materiaal.
Ook kunt u op onze website veel NVWA-documenten en -registers raadplegen.
De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) is verantwoordelijk voor de exportinspecties zoals voorgeschreven in Europese verordening 2016/2031 en de Plantgezondheidswet (Pgw). De keurmeester van Naktuinbouw verricht deze inspecties als onbezoldigd ambtenaar van NVWA. Met export bedoelen wij het versturen van teelt- of plantmateriaal naar landen buiten de Europese Unie. Hiervoor wordt een tarief in rekening gebracht dat is vastgesteld door de Minister van LNV. Naktuinbouw kan in het geval van export ook ambtshalve een beoordeling uitvoeren. De wijze waarop deze keuring wordt uitgevoerd is volgens het Keuringsreglement waarbij de voorschriften op basis van het OECD-verdrag (OECD-Forest Seed and Plant Scheme en OECD-Scheme Rules and Regulations applicable to vegetables) en het UPOV-verdrag (correct rasnaamgebruik, rasidentiteit, raszuiverheid) centraal staan, evenals elementen als bijvoorbeeld voldoende kiemkracht. In het geval van samenloop met de Pgw-exportinspectie worden voor de kwaliteitsaspecten van de zending geen extra kosten in rekening gebracht. Is er geen samenloop of de leverancier heeft in zijn teeltaangifte, dus vóór aanvang van zijn teelt, zijn exportproductie niet afzonderlijk gemeld, dan zal Naktuinbouw de gehele productie in haar reguliere keuring betrekken (conform de meldplicht in artikel 14 van het Keuringsreglement) tegen het gangbare tarief als opgenomen in haar Tarievenlijst. Deze tarieven worden jaarlijks door het bestuur van Naktuinbouw vastgesteld en zijn pas van kracht na goedkeuring van de Minister van LNV. De kosten worden doorberekend volgens het kostenmaker-kostendragerprincipe. Voor de kosten van de keuringen bekijkt u Tarieven Keuringen 2023. Voor de kosten verbonden aan de Pgw-exportinspectie bekijkt u de Regeling tarieven Plantgezondheidswet op de wettenbank van de overheid.
Het streven was dat Nederland vanaf 1 juli 2022 elektronische fytosanitaire certificaten voor snijbloemen en Gr&Fr zou gaan uitwisselen met het Verenigd Koninkrijk (VK). De NVWA en de keuringsdiensten zijn druk bezig om deze aanpassing van het certificeringsproces in te regelen. De aanpassingen voor het ontvangen van digitale fytosanitaire importcertificaten wordt hierin ook meegenomen. Vanaf 1-7-2022 zou Nederland dan klaar voor elektronische uitwisseling van fytosanitaire certificaten. Nu VK de wijzigingen van 1-7-2022 heeft uitgesteld is het nog niet duidelijk welke gevolgen dat heeft voor de totale implementatie van elektronisch certificeren. Gaat dit proces door of wordt dit ook verplaatst?
Hieronder de veranderingen die zullen plaatsvinden als gevolg van elektronisch certificeren.
Hierbij geldt dat er rondom de exportinspectie niets verandert. Alleen het certificeringsproces wordt anders. Een andere manier van inspecteren is dus niet aan de orde door elektronisch certificeren. Er dient gewoon een exportinspectie uitgevoerd te worden waarna het certificaat wordt gewaarmerkt. Dit gebeurt alleen niet meer door een papieren certificaat te voorzien van handtekening en stempel. Uiteraard kan er ook gekozen worden om op een ander tijdstip het fytosanitair certificaat op afstand te waarmerken als dat logistiek beter past. Er hoeft geen papieren fytosanitair certificaat met de zending mee. Het fytosanitair certificaat wordt elektronisch verstuurd naar de NPPO van het ontvangende land.
De NVWA maakt met derde landen bilaterale afspraken over elektronische uitwisseling van fytosanitaire certificaten. De implementatie vindt dus gefaseerd plaats.
Binnen dit proces zitten de grootste wijzigingen omdat we te maken krijgen met vier stromen.
Met opmerkingen van uw klant in het ontvangende land kunnen we niets. Heeft u een officieel schrijven van de NPPO van het ontvangende land? Dan kunt u dit naar de planning sturen. Zij vragen de NVWA dan ernaar te kijken. De NVWA voert mogelijke aanpassingen direct door.
Als deze wijzigingen bekend zijn (gemaakt) bij de NVWA wel. Maar niet alle wijzigingen zijn altijd bekend bij de NVWA. Weet u de wijzigingen wel? Stuurt u dan een officieel schrijven van de NPPO van het ontvangende land of een link naar de betreffende wettekst naar de planning. Zij vragen de NVWA dan ernaar te kijken. De NVWA voert mogelijke aanpassingen direct door.
Er wordt gesproken van ‘voortkweking’ als het teeltmateriaal betreft. ‘Sierdoeleinden’ wordt gebruikt voor de overige gebruiksdoelen.
‘Visueel vrij’ wil zeggen dat er geen zichtbare organismen aanwezig mogen zijn. ‘Praktisch vrij’ wil zeggen dat het heel beperkt aanwezig mag zijn. Echter elk land heeft organismen benoemd die voor dat land Q-organismen betreft. Hiervoor geldt een nultolerantie. Deze organismen staan ook op de handwijzer genoemd.
Planten die aan de eis voldoen zijn herkenbaar aan een Plant Passport-PZ met een specifieke code. Door deze code is voor iedereen duidelijk dat de planten geschikt zijn voor beschermde gebieden met de Bemisia-eis. Er zijn twee codes beschikbaar, namelijk: de EPPO code: 'BEMITA' en de wetenschappelijke naam: 'Bemisia tabaci’
Wijkt de invoervergunning (permit) uit het ontvangende land af van de landeneis? Vraag dan bij de NVWA een Instructie voor Invoervergunning (IVI) aan.