Dit is nodig om het fytosanitaire registratienummer te krijgen. U kunt uw bedrijf makkelijk via onze website aanmelden voor registratie. Na het verwerken van uw aanvraag nemen we contact met u op voor een kennismakingsbezoek. Tijdens dit bezoek kan de keurmeester eventuele vragen die u nog heeft beantwoorden.
Door de EU-Plantgezondheidsverordening 2016/2031/EU (Plant Health Regulation in het Engels) mag ieder bedrijf slechts één keer met een officieel, uniek, fytosanitair registratienummer worden geregistreerd. Om de lasten voor het bedrijfsleven zo laag mogelijk te houden, is er een nationaal gezamenlijk systeem van de keuringsdiensten en de NVWA. Dit is gekoppeld aan de inschrijving bij de KvK. Zo hoeft een bedrijf zich maar éénmaal te melden bij een loket (keuringsdienst).
Dit is een 9-cijferig nummer. Op het plantenpaspoort (bij letter B:) wordt dit voorafgegaan door NL (de iso-landcode) en een koppelteken. Voorbeeld: NL-123456789. Andere lidstaten kiezen een eigen notatie voor het registratienummer.
Bij de registratie bij de Kamer van Koophandel is een combinatie van KvK-nummer en vestigingsnummer uitgegeven. De combinatie van deze twee nummers is gekoppeld aan uw fytosanitaire registratienummer. Overweegt u een wijziging van bedrijfsvorm, hou dan rekening met onderstaande belangrijke mededeling.
Als u uw bedrijf bijvoorbeeld laat omzetten naar een andere rechtsvorm doe dit dan altijd op statutaire basis. U behoudt dan de combinatie van KvK-nummer en vestigingsnummer. Uw fytosanitaire registratienummer blijft dan ook behouden. De koppeling is immers bekend in de NVWA-database.
Let op Statutair wijzigen kan alleen met een BV, NV, Vereniging, Stichting met volledige rechtsbevoegdheid Als er een beperkte rechtsbevoegdheid op rust, kan het ook niet-statutair gewijzigd worden. De statuten moeten aanwezig zijn en ondertekend zijn door een notaris. Een VOF, eenmanszaak of maatschap kan nooit statutair gewijzigd worden. Houd hier dus bij registratie bij de KvK rekening mee.
Als u uw bedrijf niet-statutair wijzigt, dan heeft u een nieuw fytosanitair registratienummer nodig. Het oude verpakkingsmateriaal wat u bijvoorbeeld met het fytosanitaire registratienummer in voorraad laat drukken is dan niet meer geldig. U krijgt immers een nieuw fytosanitair nummer. Het oude materiaal mag u vanaf dat moment niet meer gebruiken.
Geef een wijziging bij de KvK altijd door aan de administratie van Naktuinbouw. Dit geldt ook voor andere wijzigingen die te maken hebben met uw bedrijfsgegevens. Stuur hiervoor een e-mail. Geef in de mail duidelijk aan welke gegevens wijzigen.
Elke lidstaat kan toestemming geven voor bepaalde soorten om materiaal in passende hoeveelheden in de handel te brengen voor niet-bosbouwkundig teeltmateriaal (NBBK). Nederland geeft toestemming voor Fagus en Carpinus. Dit zijn gewassen die veel voor haagaanplant gebruikt worden.
Dan moet er een inzameldocument (eigen inzameling) of een leveranciersdocument NBBK aanwezig zijn.
Koopt u zaad in uit andere EU-landen? Dan moet er een document bij dit zaad te zijn wat aangeeft dat het voor niet-bosbouwkundige doeleinden is. Kiest u ervoor om Fagus en Carpinus voor NBBK op te zetten? Dan maakt u tijdens de administratieve controle aantoonbaar dat het materiaal wat u kweekt ook daadwerkelijk verkocht wordt voor haag.
De actuele versie van de Europese Unie wet- en regelgeving vindt u op Eur-lex.europa.eu. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam of het nummer van de wet- of regelgeving op deze website.
Waar kan ik het Keuringsreglement en beleidsregel vinden?
Het Keuringsreglement en beleidsregel voor Nederland ligt vast in de Zaaizaad- en plantgoedwet. De actuele versie van de Nederlandse wet- en regelgeving vindt u op wetten.nl. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam van de wet- of regelgeving op deze website.
Voorgenomen inzamelingen geeft u op via mijnNaktuinbouw. Lees in de Handleiding Bosbouwkundig teeltmateriaal hoe dit werkt. Alleen voor vooraf aangemelde partijen zaden kunnen wij een officieel herkomstdocument (basiscertificaat) opmaken. Dat document heeft u nodig om de zaden te kunnen verkopen of uit te zaaien.
In de Circulaire zaadinzameling 2024 staat waar, wat, hoe en wanneer er geraapt mag worden. Ook is beschreven welke documenten en etikettering noodzakelijk is.
Voor iedere perceel/partijopgave opgave voor gewaskeuring is de volgende informatie nodig:
Tijdens een keuring kijkt uw Naktuinbouw-keurmeester naar de aantallen geplant/gezaaid op basis van tellen/schattingen. U heeft een labeling/goed kwekerijboek van de partijen die u heeft opgeven voor de keuring. Ook controleert de keurmeester de aanwezigheid van de certificaten van het uitgezaaide of geplante materiaal.
In de loods / kuil en bij levering moeten de partijen voorzien zijn van een etiket. Hierop staan minimaal deze gegevens:
Voor het maken of laten maken van leveranciersdocumenten bent u vrij in uw keuze. Dit mag u zelf doe; via uw huisdrukker, toeleverancier of via mijnNaktuinbouw. Let op: de documenten die u zelf maakt of laat maken, moeten vooraf door Naktuinbouw geautoriseerd zijn.
Op de verzendlijst moet de staan: “tenzij anders aangegeven, zijn de planten op deze lijst, die onder de richtlijn (1999/105/EC) vallen, niet bedoeld voor bosbouwdoeleinden”
Wordt er materiaal verkocht aan bijvoorbeeld spillenkwekers voor opzet van onderstammen? Dan kan dit ook zonder leverancierscertificaat geleverd worden mocht de afnemer hier geen behoeft aan hebben. Partijen hebben dan wel een onderliggend basis/leverancierscertificaat op het bedrijf van de leverancier.
Basiscertificaat:
Deze wordt afgegeven door Naktuinbouw voor Zaad en Stek Richtlijn- niet richtlijn soorten (conform de richtlijn 1999/105/EG)
Leverancierscertificaat:
Dit is een begeleidend certificaat voor zaad en planten. Het basiscertificaatnummer is leidend. Dit certificaat is een document van de leverancier.
Inzameldocument NBBK:
Dit wordt afgegeven door Naktuinbouw. Inzameling voor NBBK dient in het programma SPB te worden ingevoerd. Naktuinbouw geeft hier goed- of afkeuring voor.
Leveranciersdocument NBBK:
Dit is het document dat gebruikt wordt als zaden worden verhandeld.
Castanea sativa, Citrus, Corylus avellana, Cydonia oblonga, Ficus carica, Fortunella, Fragaria, Juglans regia, Malus, Olea europaea, Pistacia vera, Poncirus, Prunus amygdalus, Prunus armeniaca, Prunus avium, Prunus cerasus, Prunus domestica, Prunus persica, Prunus salicina, Pyrus, Ribes, Rubus, Vaccinium
De actuele versie van de Europese Unie wet- en regelgeving vindt u op Eur-lex.europa.eu. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam of het nummer van de wet- of regelgeving op deze website.
Het Keuringsreglement en beleidsregel voor Nederland ligt vast in de Zaaizaad- en plantgoedwet. De actuele versie van de Nederlandse wet- en regelgeving vindt u op wetten.nl. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam van de wet- of regelgeving op deze website.
Een overzicht van fruitrassen is te vinden in de Nederlandse handelslijst fruitgewassen. Dit is een kopie van het Nederlandse rassenregister fruit, aangevuld met extra informatie zoals handelsaanduidingen en selecties. In deze lijst zijn ook rassen opgenomen die in Nederland verhandeld worden en niet in het NRR staan, maar elders in de EU geregistreerd zijn (bv. bij CPVO of een andere nationale lijst). In deze lijst kunt u ook opzoeken of de fruitgewassen die u teelt certificeerbaar zijn.
Dit is te vinden in de handleiding keuringen fruitgewassen Naktuinbouw
Dit is te vinden in de handleiding keuringen fruitgewassen Naktuinbouw
Dit is te vinden in de handleiding keuringen fruitgewassen Naktuinbouw
Keuringen heeft drie verschillende certificeringen/accreditaties:
U kunt zich voor onze nieuwsbrieven aanmelden op onze website: www.naktuinbouw.nl/nieuwsbrief
Op onze website vindt u meer informatie over onze accreditaties.
Groentezaden van de volgende gewassen, bestemd voor land- of tuinbouw, met uitzondering van de sierteelt
Allium cepa L.
— Cepa Groep (Ui, Echalion)
— Aggregatum Groep (Sjalot)
Allium fistulosum L. (Stengelui)
— alle rassen
Allium porrum L. (Prei)
— alle rassen
Allium sativum L. (Knoflook)
— alle rassen
Allium schoenoprasum L. (Bieslook)
— alle rassen
Anthriscus cerefolium (L.) Hoffm. (Kervel)
— alle rassen
Apium graveolens L.
— Selderij Groep
— Knolselderij Groep
Asparagus officinalis L. (Asperge)
— alle rassen
Beta vulgaris L.
— Rode Biet Groep (Rode biet, inclusief Cheltenham beet)
— Snijbiet Groep (Snijbiet)
Brassica oleracea L.
— Boerenkool Groep
— Bloemkool Groep
— Sluitkool Groep (Rode en wittekool)
— Spruitkool Groep
— Koolrabi Groep
— Savooiekool Groep
— Broccoli Groep (Calabrese- en sprouting type)
— Palmkool Groep
— Tronchuda-groep (Portugese kool)
Brassica rapa L.
— Chinese Kool Groep
— Meiraap Groep
Capsicum annuum L. (Paprika en Spaanse peper)
— alle rassen
Cichorium endivia L. (Krulandijvie/Andijvie)
— alle rassen
Cichorium intybus L.
— Witlof Groep
— Bladcichorei Groep (Bladcichorei)
— Industriële Cichorei Groep (Wortelcichorei)
Citrullus lanatus (Thunb.) Matsum. & Nakai (Watermeloen)
— alle rassen
Cucumis melo L. (Meloen)
— alle rassen
Cucumis sativus L.
— Komkommer Groep
— Augurk Groep
Cucurbita maxima Duchesne (Pompoen)
— alle rassen
Cucurbita pepo L. (Courgette, met inbegrip van rijpe pompoen en
al dan niet rijpe patissons)
— alle rassen
Cynara cardunculus L.
— Artisjok Groep
— Kardoen Groep
Daucus carota L. (Wortel en voederwortel)
— alle rassen
Foeniculum vulgare Mill. (Knolvenkel)
— Azoricum Groep
Lactuca sativa L. (Sla)
— alle rassen
Solanum lycopersicum L. (Tomaat)
— alle rassen
Petroselinum crispum (Mill.) Nyman ex A. W. Hill
— Bladpeterselie Groep
— Wortelpeterselie Groep
Phaseolus coccineus L. (Pronkboon)
— alle rassen
Phaseolus vulgaris L.
— Stamboon Groep
— Stokboon Groep
Pisum sativum L.
— Rondzadige Doperwt Groep
— Kreukzadige Doperwt Groep
— Peul Groep
Raphanus sativus L.
— Radijs Groep
— Rammenas Groep
Rheum rhabarbarum L. (Rabarber)
— alle rassen
Scorzonera hispanica L. (Schorseneer)
— alle rassen
Solanum melongena L. (Aubergine)
— alle rassen
Spinacia oleracea L. (Spinazie)
— alle rassen
Valerianella locusta (L.) Laterr. (Veldsla)
— alle rassen
Vicia faba L. (Tuinboon)
— alle rassen
Zea mays L.
— Suikermais Groep
— Pofmais Groep
Alle hybriden van de hierboven vermelde soorten en groepen
De actuele versie van de Europese Unie wet- en regelgeving vindt u op Eur-lex.europa.eu. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam of het nummer van de wet- of regelgeving op deze website.
Brengt u teeltmateriaal van een gewas in de handel? Dan moet u zich registreren bij Naktuinbouw. U kunt voor de registratie contact opnemen met de teamadministratie van de afdeling Keuringen.
Vul het registratieformulier op deze website in.
Vervolgens doorloopt uw aanvraag de volgende stappen:
Bedrijven die alleen aan consumenten leveren of verkopen, zoals tuincentra of bouwmarkten, hoeven zich niet te registreren
Naktuinbouw houdt, gedurende het teelt- en afleverseizoen, toezicht op de bedrijfsvoering van geregistreerde bedrijven. Daarbij letten we op verschillende aspecten: administratie, bedrijfshygiëne, eigen kwaliteitscontroles en traceerbaarheid (goede identificatie) van het product. De keurmeesters van Naktuinbouw controleren de kwaliteit van uw teeltmateriaal. Het gaat daarbij om raszuiverheid, rasechtheid, gezondheid en uitwendige kwaliteit. De controles bestaan uit regelmatige bedrijfsbezoeken, administratieve controles en steekproeven. Door Naktuinbouw afgekeurd teeltmateriaal mag u niet verhandelen. Producenten van teeltmateriaal zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun product.
Nacontroles
Op groente- en bloemzaden verricht Naktuinbouw nacontroles op rasechtheid, raszuiverheid, gezondheid en kwaliteit door middel van laboratoriumbepalingen en door middel van uitzaai en beoordeling op de proeftuin van Naktuinbouw. Daarvoor neemt de keurmeester steekproefsgewijs monsters bij de leveranciers van teeltmateriaal.
Instandhoudingscontroles
Naktuinbouw controleert de systematische instandhouding van rassen door leveranciers. Daarvoor controleert de keurmeester de instandhoudingsadministratie.
Perceelgegevens:
Partijgegevens per perceel:
De voorwaarden voor kenmerking die gelden voor het in de handel brengen van zaden staan beschreven in het Keuringsreglement van Naktuinbouw. Zie bijlage 4; Voorschriften voor uniforme opdruk voor verpakkingen van zaadpartijen.
Op verpakte groente- en bloemzaden moet het sluitingsseizoen vermeld staan.
De volgende gegevens zijn van belang:
Dus verpakt in 2024 wordt: 2024/2025
Op kleine verpakkingen mogen de gegevens in code worden vermeld. Jaarlijks stelt Naktuinbouw de code voor het jaar vast.
Verpakking met de code voor het volgende jaar mag pas vanaf 1 januari van dat zelfde jaar in het verkeer worden gebracht. Eerder verpakkingen op deze wijze etiketteren is wel toegestaan.
Elke in een lidstaat gevestigde kweker kan toestemming aanvragen om een groenteras, dat nog in aanvraag is voor opname in de nationale rassenlijst, binnen de EU te mogen verhandelen. De kweker heeft daarvoor aan de lidstaat specifieke technische gegeven verstrekt, conform Richtlijn 2004/842/EG en Richtlijn 2002/55/EG bijlage II en III.
De regels voor het aanmelden en in de handel brengen van amateurrassen, instandhoudingsrassen en landrassen wijken af van die voor gangbare rassen. Dit is terug te lezen in richtlijn 2009/145/EG.
Voor groentezaden vallend onder de verkeersrichtlijn geldt dat alleen zaad van een geregistreerd ras in het verkeer mag worden gebracht. Dat geldt in principe ook voor amateur zaad; veel van dat zaad is van rassen die gewoon geregistreerd zijn. Er is een mogelijkheid om een ras speciaal en exclusief te registreren voor de amateur markt; er geldt dan een lichter regime voor het registreren van het ras (en een lager tarief). Hier wordt beperkt gebruik van gemaakt. Een ras hoeft echter niet geregistreerd te worden als het zaad exclusief bestemd is voor de consument en de omzet onder de €500,- blijft. Dit zaad mag dan echter niet verpakt worden als standaardzaad. Immers, standaardzaad is zaad van geregistreerde rassen.
Het gaat om de alle gewassen waarbij het gebruiksdoel teeltmateriaal van siergewassen is.
De actuele versie van de Europese Unie wet- en regelgeving vindt u op Eur-lex.europa.eu. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam of het nummer van de wet- of regelgeving op deze website.
Het Keuringsreglement en beleidsregel voor Nederland ligt vast in de Zaaizaad- en plantgoedwet. De actuele versie van de Nederlandse wet- en regelgeving vindt u op wetten.nl. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam van de wet- of regelgeving op deze website.
U kunt zich voor onze nieuwsbrieven aanmelden op onze website: www.naktuinbouw.nl/nieuwsbrief
Vul hiervoor het aanvraagformulier op de website in
BOOT is ontwikkeld omdat per 1 januari 2022 bemonstering van tomatenzaden en paprikazaden zonder autorisatie niet langer is toegestaan wanneer de toetsuitslagen nodig zijn voor een officiële verklaring (afgifte plantenpaspoorten en exportcertificering).
U vult het aanvraagformulier in. Na ontvangst stellen we een overeenkomst met u op.
Meer over de norm leest u op de pagina 3.9.1 Norm
Vraag een bemonstering minimaal een week van tevoren aan. Na bemonstering duurt het maximaal 15 werkdagen voordat u de toetsuitslag van het laboratorium ontvangt.
Bekijk deze pagina op de website van de NVWA.
8.2.3 is van toepassing op blends van (relatief kleine) zaadpartijen en 8.2.4 is van toepassing op grotere zaadpartijen.
Bijvoorbeeld: een partij van 2 miljoen tomaten zaden afkomstig van een uitbestede zadenproductie (dus niet uit de eigen veredeling), dan geldt 8.2.4, dus minimaal 3.000 zaden. En niet 8.2.3, die in dat geval 3% zou voorschrijven, wat 60.000 zaden zou betekenen.
Het gaat hier om verpakkingsunit.
Ja. De NVWA staat combinatietoetsen (bijvoorbeeld Pospiviroïden, ToMMV en ToBRFV) sinds 2023 toe.
In verordening 2017/2313/EU zijn de vormvoorschriften voor het plantenpaspoort aangegeven met een aantal voorbeelden. De vorm en grootte mogen afwijken, u kunt dus zelf kiezen voor lettertype en grootte. Wat verder van belang is: de informatie moet zichtbaar zijn, met blote oog leesbaar, geplaatst in rechthoekige of vierkante vorm, gescheiden van andere aanduidingen en afbeeldingen. De onderdelen met letters A, B , C en D moeten herkenbaar zijn.
Hiervoor verwijzen we u naar het verordening 2017/2313/EU.
Citaat: The flag of the Union may be printed in colour, or in black and white, either with white stars on black background or vice versa.
Het belangrijkst is de vlag van de EU.
De vlag van de EU moet duidelijk herkenbaar zijn. Dit wil zeggen; een rechthoekige vorm met 12 sterren geplaatst in een cirkel. Het heeft de voorkeur de vlag af te beelden in blauw met gele sterren. Andere variaties zijn echter ook mogelijk. Bijvoorbeeld:
De tekst op het plantenpaspoort moet duidelijk leesbaar zijn. Er is hierover geen kleur voorgeschreven.
Botanische namen kunnen bestaan uit 1 deel (geslacht), 2 delen (geslacht + soort) of 3 delen (geslacht + soort + cultivar).
Verordening 2017/2313/EU spreekt over 'botanische naam van de plantensoorten of taxa...' en facultatief de naam van de variëteit.
De botanische naam bij de letter A op het plantenpaspoort van een individuele plant is minimaal op geslachtsniveau, maar mag met de soort en ook cultivar/variëteit worden uitgebreid.
Zorg dat u de juiste botanische naam gebruikt. Hiervoor gebruikt u de database Searchplant.
We kennen als producten zogenaamde 'arrangementen'; bijvoorbeeld bakjes met meerdere plantengeslachten, ‘hanging baskets’ etc. In die gevallen mogen er op één plantenpaspoort meerdere geslachtsnamen vermeld worden. Het plantenpaspoort is dan op die bak, of aan die basket is bevestigd.
We kennen als producten ook zogenaamde 'mixen'. Bijvoorbeeld een tray met gemengde cactussen of orchideeën. In die gevallen mag de familienaam (bijvoorbeeld Cactaceae of Orchidaceae) gebruikt worden, in plaats van alle geslachten te noemen. Let wel: niet alle lidstaten accepteren deze werkwijze. Informeer altijd bij uw klant of dit wordt geaccepteerd.
Als in een handelseenheid meerdere geslachten aanwezig zijn, mogen ook meerdere familienamen gebruikt worden op het plantenpaspoort. Denk bijvoorbeeld aan een handelseenheid met cactussen en succulenten, die bestaat uit geslachten behorend tot de Cactaceae, Crassulaceae en Euphorbiaceae. Er moeten dan ook werkelijk planten behorend tot de genoemde families in de handelseenheid aanwezig zijn. Let wel: ook hier geldt dat sommige lidstaten slechts één botanische naam per plantenpaspoort toestaan. Informeer altijd bij uw klant of dit wordt geaccepteerd.
Bij producten die geënt zijn, gebruikt u de botanische naam van het bovenste deel. Ook als het onderste deel een andere botanische naam heeft.
Achter letter 'D' komt de tweeletter-code van het land van oorsprong: een EU-lidstaat of een derde land. We spreken over een derde land als het materiaal van buiten EU is geïmporteerd. Vermeld de letters NL als het een Nederlands product is.
Komt het materiaal uit meerdere landen? Dan noteert u deze allemaal bij 'D', gescheiden door een komma. Om te controleren welke code u voor welk land moet gebruiken, raadpleegt u de Landenlijst ISO-code van de NVWA.
Achter letter 'D' komt de tweeletter-code van het land van oorsprong: een EU-lidstaat of een derde land. We spreken over een derde land als het materiaal van buiten EU is geïmporteerd. Vermeld de letters NL als het een Nederlands product is.
Komt het materiaal uit meerdere landen? Dan noteert u deze allemaal bij 'D', gescheiden door een komma. Om te controleren welke code u voor welk land moet gebruiken, raadpleegt u de Landenlijst ISO-code van de NVWA.
Product van buiten Nederland wordt op een gegeven moment 'fytosanitair Nederlands'.
Hiervoor zijn regels opgesteld door de NVWA:
Basisvoorwaarde is dat het product gedurende de genoemde periode onder Nederlandse omstandigheden moet worden geteeld door een professionele teler.
Definitie Bonsai: geteeld in relatief weinig groeimedium om zo een miniatuurplant te verkrijgen. Bij twijfel of onduidelijkheid of het product onder de definitie bonsai past valt deze automatisch onder de categorie Houtige gewassen.
Ja dit mag onder de volgende voorwaarden:
Let op, alleen een plantenpaspoort autoriseren is niet voldoende. Lees: Wat is een plantenpaspoortautorisatie? voor alle voorwaarden.
Voor het zelf aanbrengen van een plantenpaspoort kan Naktuinbouw u autoriseren. Vul het aanvraagformulier Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort digitaal in en stuur het ons per e-mail toe. Zorg ervoor dat u de juiste voorbeelden van de gebruikte plantenpaspoort uitingen (bv. hoes, steeketiket, etc.) als bijlagen meestuurt. Dit mag een foto zijn van de vorm waarin u het plantenpaspoort gaat gebruiken. Zorg ervoor dat deze duidelijk in beeld zijn. Zo kunnen wij de gegevens van het plantenpaspoort controleren. Ook moet het duidelijk zijn op welke producten u het plantenpaspoort gaat gebruiken. Bijvoorbeeld een foto van het steeketiket, tray of hoes.
Gebruikt u plantenpaspoorten die hetzelfde zijn, maar is alleen de botanische naam (bij A) anders? U hoeft dan niet elke naam aan ons voor te leggen. Controleert u dan zelf of de naam die u wilt gaan gebruiken juist is. Hiervoor gebruikt u de database Searchplant.
U wordt door Naktuinbouw geautoriseerd na het doorlopen van de volgende stappen :
Voor het volledig invullen van de autorisatie is ook het fytosanitair registratienummer en het Naktuinbouw relatienummer nodig. Zorg er dus voor dat u deze klaar hebt liggen.
U kunt bij Naktuinbouw klachten indienen over geleverd teeltmateriaal, of bij meningsverschillen tussen leverancier en afnemer over de kwaliteit van het materiaal.
Ga naar deze pagina om het klachtenformulier in te vullen.
Lees hier meer over de klachtenprocedure.
Vul dit formulier in om een verklaring voor uw groentegewas aan te vragen.
Voorbeeldverklaringen: registratieverklaring, NON GMO, Certificate of conformity, opname ras als derdelandensynoniem of op Interne Naktuinbouwlijst, verlening autorisatie voor een groenteras die nog niet officieel is toegelaten, instandhoudersverklaring of ISTA monsternameverklaring.
Met dit formulier vraagt u een verklaring aan voor uw bloemisterij-/siergewas.
Met dit formulier vraagt u een verklaring aan voor uw boomkwekerijgewas.
Het gaat om de volgende gewassen:
Allium cepa L.
Cepa Groep (Ui, Echalion)
Aggregatum Groep (Sjalot)
Allium fistulosum L. (Stengelui)
alle rassen Allium porrum L. (Prei)
alle rassen Allium sativum L. (Knoflook)
alle rassen Allium schoenoprasum L. (Bieslook)
alle rassen Anthriscus cerefolium (L.) Hoffm. (Kervel)
alle rassen Apium graveolens L.
Selderij Groep
Knolselderij Groep Asparagus officinalis L. (Asperge)
alle rassen Beta vulgaris L.
Rode Biet Groep (Rode biet, inclusief Cheltenham beet)
Snijbiet Groep (Snijbiet) Brassica oleracea L.
Boerenkool Groep
Bloemkool Groep
Sluitkool Groep (Rode en wittekool)
Spruitkool Groep
Koolrabi Groep
Savooiekool Groep
Broccoli Groep (Calabrese- en sprouting type)
Palmkool Groep
Tronchuda Groep (Portugese kool) Brassica rapa L.
Chinese Kool Groep
Meiraap Groep Capsicum annuum L. (Paprika en Spaanse peper)
alle rassen Cichorium endivia L. (Krulandijvie/Andijvie)
alle rassen Cichorium intybus L.
Witlof Groep
Bladcichorei Groep (Bladcichorei)
Industriële Cichorei Groep (Wortelcichorei)
Citrullus lanatus (Thunb.)
Matsum. et Nakai (Watermeloen)
alle rassen Cucumis melo L. (Meloen)
alle rassen Cucumis sativus L.
Komkommer Groep
Augurk Groep Cucurbita maxima Duchesne (Pompoen)
alle rassen Cucurbita pepo L. (Courgette, met inbegrip van rijpe pompoen en al dan niet rijpe patissons)
alle rassen Cynara cardunculus L.
Artisjok Groep
Kardoen Groep Daucus carota L. (Wortel en voederwortel)
alle rassen Foeniculum vulgare Mill. (Knolvenkel)
Azoricum Groep Lactuca sativa L. (Sla)
alle rassen Solanum lycopersicum L. (Tomaat)
alle rassen Petroselinum crispum (Mill.) Nyman ex A. W. Hill
Bladpeterselie Groep
Wortelpeterselie Groep Phaseolus coccineus L. (Pronkboon)
alle rassen Phaseolus vulgaris L.
Stamboon Groep
Stokboon Groep Pisum sativum L.
Rondzadige Doperwt Groep
Kreukzadige Doperwt Groep
Peul Groep Raphanus sativus L.
Radijs Groep
Rammenas Groep Rheum rhabarbarum L. (Rabarber)
alle rassen Scorzonera hispanica L. (Schorseneer)
alle rassen Solanum melongena L. (Aubergine)
alle rassen Spinacia oleracea L. (Spinazie)
alle rassen Valerianella locusta (L.) Laterr. (Veldsla)
alle rassen Vicia faba L. (Tuinboon)
alle rassen Zea mays L.
Suikermais Groep
Pofmais Groep
De actuele versie van de Europese Unie wet- en regelgeving vindt u op Eur-lex.europa.eu. De juiste informatie zoekt u door invulling van de naam of het nummer van de wet- of regelgeving op deze website.
Naktuinbouw houdt, gedurende het teelt- en afleverseizoen, toezicht op de bedrijfsvoering van geregistreerde bedrijven. Daarbij letten we op verschillende aspecten: administratie, bedrijfshygiëne, eigen kwaliteitscontroles en traceerbaarheid (goede identificatie) van het product.
De keurmeesters van Naktuinbouw controleren de kwaliteit van uw teeltmateriaal. Het gaat daarbij om raszuiverheid, rasechtheid, gezondheid en uitwendige kwaliteit. De controles bestaan uit regelmatige bedrijfsbezoeken, administratieve controles en steekproeven.
Producenten van teeltmateriaal zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun product.
Door Naktuinbouw afgekeurd teeltmateriaal mag u niet verhandelen.
Uw teeltmateriaal moet voorzien zijn van een afleverbon/leveranciersdocument volgens Europese Unie voorschriften. De informatie op deze documenten moet aan de voorschriften voldoen.
Sinds de EU-Plantgezondheidsverordening voeren de Nationale autoriteiten zelf de wettelijke fytosanitaire (veld)keuringen uit op het eigen grondgebied.
Daardoor doet u, in die gevallen, voor hetzelfde perceel teeltaangifte bij zowel Naktuinbouw als bij de keuringsdienst in een andere EU-lidstaat.
U bent daarbij zelf verantwoordelijk voor de zorg dat:
Uitzondering:
Hoe registreer ik deze percelen?
Adressen van autoriteiten in het buitenland
Keuringen voor certificering van erkenningssystemen als Naktuinbouw Select Plant of Naktuinbouw Elite voeren wij wel uit in de grensgebieden.
De formats van de paspoorten vloeien voort uit uitvoeringsverordening 2017/2313/EU.
De gepresenteerde formats zijn voorbeelden waaraan een plantenpaspoort moet voldoen. In deel A van de bijlagen van 2017/2313/EU staan voorbeelden van deze plantenpaspoorten.
Dit zijn de vaste elementen op het plantenpaspoort:
• in de linkerbovenhoek: de EU-vlag (in kleur of zwart-wit)
• in de rechterbovenhoek: het woord Plant Passport
Wat verder van belang is: de informatie moet zichtbaar zijn, met blote oog leesbaar en geplaatst in rechthoekige of vierkante vorm. De items A, B, C en D zijn verwerkt in de certificeringsinformatie
Voorbeelden zijn beschikbaar in de handleiding keuringen fruitgewassen Naktuinbouw, Voorbeelden Etiketten: waarmerkstrookjes, kistkaartjes en palletkaarten
Dit doet u door het Formulier aanvraag erkenningscertificaat in te vullen
Om uw omzetopgave voor bloemen en groente in te vullen download u de Excel Omzetopgave.
Om uw omzetopgave voor handelsbedrijven boomkwekerij in te vullen download u de Omzetopgave brief handelsbedrijven Boomkwekerijsector
Deze vult u in en stuurt u ons per e-mail toe.
De volgende groentezaden zijn paspoortplichtig:
De volgende zaden zijn paspoortplichtig:
De volgende zaden zijn paspoortplichtig:
(zaden van Prunus voor sierdoeleinden vallen buiten de plantenpaspoortplicht)
Geen plantenpaspoort:
Wel plantenpaspoort:
Voor de kosten van het plantenpaspoort en bijbehorende inspectiekosten verwijzen wij naar onze tarieven.
Let op: elke locatie van uw bedrijf wordt tenminste eenmaal per jaar bezocht.
Meer informatie over onze tarieven en hoe deze tot stand komen.
Plantenpaspoortplichtige producten kunnen alleen in het verkeer worden gebracht met een goedgekeurd en geldig plantenpaspoort. Bedrijven mogen dit zelf doen als zij voldoen aan Reglement bedrijfsautorisatie plantenpaspoortafgifte voor het grondgebied van de Europese Unie. Als u hieraan voldoet dan kunt u de Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort aanvragen. Bij deze aanvraag geeft u aan welk format plantenpaspoort u wilt gaan gebruiken. Let op, voordat u zelf 'dagelijks' plantenpaspoorten mag maken
en aanbrengen wordt dit beoordeeld. De keurmeester zal uw bedrijf bezoeken en zal een gewasbeoordeling en een administratieve controle uitvoeren. Op basis hiervan wordt besloten of u geautoriseerd wordt. Hiervan ontvangt u een door Naktuinbouw ondertekende verklaring.
Vanaf dat moment voert Naktuinbouw jaarlijks een administratieve controle om vast te stellen of u nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor deze autorisatie. Daarnaast komt de keurmeester tenminste eenmaal per jaar op het perceel een keuring uitvoeren, maar de rest van het jaar bent u zelf verantwoordelijk.
Nee!
Bij import van plantenpaspoortplichtige producten stelt het land buiten de EU een fytosanitair certificaat (FC) op en stuurt dat met de zending mee. Bij import in de EU voert de keuringsdienst een controle op het FC en een importinspectie uit. Als het materiaal voldoet aan alle eisen voor de EU, dan kan de importeur over het materiaal beschikken. Vanaf dat moment mag een plantenpaspoort gebruikt worden.
Er hoeft bij verkoop binnen Nederland geen plantenpaspoort bij zaden die via internet aan eindconsumenten worden verkocht. Dit is een pragmatische invulling van Nederland. Worden de zaden naar eindconsumenten in andere lidstaten verstuurd, dan moet er wel een plantenpaspoort worden aangebracht.
Verkoopt u zaad onder andere via internet aan eindconsumenten in Nederland, dan moet u zich registreren en voldoen aan de administratieve verplichting.
Bedrijven met alleen een webshop kunnen zich bij het KCB registreren.
Bij verkoop via internet (webshop) zijn 'plants for planting' plantenpaspoortplichtig tot en met de eindconsument.
Elke verzending naar een eindconsument moet dus een plantenpaspoort per kleinste handelseenheid hebben.
Dit is anders dan bij verkoop via een fysiek verkooppunt. In dat geval moeten 'plants for planting' bij het laatste fysieke verkooppunt met een plantenpaspoort aankomen. Bij verkoop aan de eindconsument hoeft in dat geval geen plantenpaspoort meegegeven te worden.
De traceerbaarheidscode (EN: Traceability code, zie punt 5 in de bijlage van verordening 2017/2313/EU) is verplicht voor alle teeltmateriaal. Voor potplanten die zonder verdere voorbereiding klaar zijn voor verkoop aan de eindgebruiker (dus in de 'eindverpakking'), is deze code niet verplicht (zie art. 83.2a van de PHR), tenzij er sprake is van een PZ-plantenpaspoort (bijvoorbeeld bacterievuurwaardplanten).
Dat betekent dat u op die producten dus geen 'unieke' traceerbaarheidscode/partijnummer of iets dergelijks hoeft mee te gegeven. Potten, hoezen of steeketiketten kunt u bijvoorbeeld allemaal met dezelfde informatie bedrukken.
Maar:
Vanaf 31 december 2021 geldt de traceerbaarheidscode wel voor potplanten van Citrus, Coffea, Lavandula dentata L, Nerium oleander L., Olea europea L., Polygala myrtifolia L., — Prunus dulcis (Mill.) D.A.Webb.
Dus:
U hoeft de traceerbaarheidscode in principe niet te melden op het plantenpaspoort als planten voor de eindconsument bestemd en klaargemaakt zijn. De letter C moet wel altijd op het plantenpaspoort staan, ook als de traceringscode niet verplicht is. In dat geval staat er achter C dan dus geen informatie.
Traceerbaarheidscode is de code die tracering binnen de eigen bedrijfsadministratie mogelijk maakt. We denken hierbij aan een uniek partijnummer. Dit kan heel goed hetzelfde nummer zijn, dat u ook vermeldt op het leveranciersdocument.
Het plantenpaspoort moet u per kleinste handelseenheid aanbrengen volgens art. 88 van de Plantgezondheidsverordening. Dat kan dus per vrachtwagen zijn. Bijvoorbeeld een vrachtwagen met groenteplanten die naar de groenteteler gaat.
Bij bijvoorbeeld potplanten die via de veiling worden afgezet, denken we eerder aan een plantenpaspoort per pot, tray, doos, etc. In dat geval kan de handel de partij makkelijk splitsen zonder dat er een nieuw plantenpaspoort bij hoeft. Let bij gebruik van meermalig fust op de voorwaarden waaraan de sticker moet voldoen volgens de VBN.
Het formaat van het plantenpaspoort, het lettertype en de lettergrootte is vrij. Uitgangspunt is dat het leesbaar is met het blote oog. Daarnaast spreken we ook regels af over de vindbaarheid
van het plantenpaspoort. Uitgangspunt is dat het plantenpaspoort in één oogopslag zichtbaar is.
Voor specifieke gevallen is er afstemming met de NVWA. Over de volgende situaties is uitsluitsel:
Wat mag wel?
Wat mag niet?
Nee, in principe mag dit niet. Alleen in uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om het leveranciersdocument te gebruiken als plantenpaspoort. Belangrijk is dan dat:
Let op, andere lidstaten kunnen hier anders mee omgaan!
Het plantenpaspoort mag gecombineerd worden met andere gegevensdragers zoals potten, hoezen, steeketiketten, kleurenlabels en dergelijke. Belangrijke voorwaarde is steeds dat het plantenpaspoortformat duidelijk herkenbaar en volledig is. En dat het duidelijk afgescheiden is van de overige informatie. Dit kan door een scheidingslijn of anderszins duidelijk gescheiden van andere aanduidingen of afbeeldingen. Zo is de informatie gemakkelijk zichtbaar en duidelijk leesbaar.
Ja dat mag. Maar bij iedere levering moet er dan wel het eigen fytosanitair registratienummer van die leverancier op staan. En het land van herkomst.
Dus de afnemer mag best stickers of steeketiketten, etc. aanleveren met bijvoorbeeld zijn logo er op, maar per leverancier zijn de gegevens deels verschillend. En de plantenpaspoortgegevens moeten vervolgens herkenbaar, bij elkaar, zijn vermeld.
In deel B van de bijlagen van 2017/2313/EU staan voorbeelden van plantenpaspoorten. De geest van de wet is dat de paspoorten de informatie bevatten die in de verordening wordt vermeld en dat paspoorten in de praktijk bij deze lay-outs aansluiten.
Dit zijn de vaste elementen op het plantenpaspoort-PZ:
Er zijn twee opties:
U kiest welke van deze twee opties u wilt gebruiken.
Zijn meerdere organismen van toepassing dan mogen deze worden opgesomd.
Welke landen voor welk specifiek organisme een bescherming willen, kunt u in register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden op de website van de NVWA raadplegen.
Wetenschappelijke naam
In kolom 'Organismen' van het register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden leest u de wetenschappelijke naam van de huidige organismen. Voor deze organismen zijn er op dit moment landen of landen met gebieden die extra bescherming vragen.
EPPO-code
In kolom 'EPPO-code' van het register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden leest u de EPPO-code van de huidige organismen. Voor deze organismen zijn er op dit moment landen of landen met gebieden die extra bescherming vragen.
U kunt natuurlijk ook de website van EPPO zelf raadplegen.
Het is niet toegestaan om een verzamelcode te gebruiken. Zie NVWA register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden. De vermelding van de 'EPPO-code' of de volledige naam van alle 'Organismen' is verplicht. Dit kunt u doen door deze op te sommen. De term "Plant Passport-PZ" mag maar 1x worden gebruikt.
Ja, gewassen met specifieke PZ eisen en gewassen zonder PZ eisen mogen op één plantenpaspoort staan.
Let op, hier speelt mogelijk ook het leveranciersdocument als drager van het plantenpaspoort een rol.
Dit kunt u in het register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden op de website van de NVWA raadplegen.
Iedereen die geregistreerd is, moet aan de administratieve verplichtingen voldoen. Welke verplichtingen dit zijn leest u bij; Aan welke administratieve verplichtingen moet ik voldoen?
Daarnaast moeten ook andere ondernemers zoals hoveniers en winkeliers (verkooppunten van eindproducten aan consumenten) aan de administratieve verplichtingen voldoen. U administreert van uw toeleverancier voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke leverancier het gaat. De gegevens op de leveringsnota of factuur zijn voldoende, mits inzichtelijk gesorteerd.
Dit delen we op in vier delen, namelijk; inkoop, verkoop, plantenpaspoortafgifte en vervangen van het plantenpaspoort
Inkoop
Eindproduct
U administreert van uw toeleverancier voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke leverancier het gaat. De gegevens op de leveringsnota of factuur zijn voldoende.
Teeltmateriaal
Het gaat om materiaal waarmee u verder gaat telen. U administreert van uw toeleverancier voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke leverancier het gaat. Daarnaast bewaart u de gegevens zoals deze op het plantenpaspoort van uw leverancier staan bij ABCD. Het plantenpaspoort zelf bewaren mag natuurlijk ook
Verkoop
U administreert van uw klant voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke klant het gaat. De gegevens op de leveringsnota of factuur zijn voldoende.
Plantenpaspoortafgifte
Dit is van toepassing op geregistreerde bedrijven met een Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort. Maar ook op bedrijven die het plantenpaspoort laten afgeven door de bevoegde autoriteit.
U neemt op in uw administratie:
Vervangen van het plantenpaspoort
Dit is van toepassing op geregistreerde bedrijven met een Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort. Maar ook voor bedrijven die het plantenpaspoort laten afgeven door de bevoegde autoriteit.
U bewaart de gegevens zoals deze op het plantenpaspoort van uw leverancier staan bij ABCD. Het plantenpaspoort zelf bewaren mag natuurlijk ook.
Om u te registreren als klant van Naktuinbouw om gebruik te maken van onze diensten vult u dit formulier in.
Door de EU-Plantgezondheidsverordening 2016/2031/EU (Plant Health Regulation in het Engels) mag ieder bedrijf slechts één keer met een officieel, uniek, fytosanitair registratienummer worden geregistreerd.
Om de lasten voor het bedrijfsleven zo laag mogelijk te houden, is er een nationaal gezamenlijk systeem van de keuringsdiensten en de NVWA . Dit is gekoppeld aan de inschrijving bij de KvK. Zo hoeft een bedrijf zich maar éénmaal te melden bij een loket (keuringsdienst).
Geef een wijziging bij de KvK altijd door aan de administratie van Naktuinbouw. Dit geldt ook voor andere wijzigingen die te maken hebben met uw bedrijfsgegevens. Stuur hiervoor een e-mail. Geef in de mail duidelijk aan welke gegevens wijzigen.
Nee. Ieder bedrijf heeft één officieel, nationaal fytosanitair registratienummer. U gebruikt dus één registratienummer voor alle gewassen/teelten van uw bedrijf. Op het plantenpaspoort staat het fytosanitair registratienummer bij B. Daarnaast staat bij C een traceerbaarheidscode code die u zelf mag aanbrengen. Deze code is natuurlijk niet steeds hetzelfde.
U kunt autorisatie aanvragen door dit aan te kruisen op het aanvraagformulier kwekersrecht en/of toelating. Als u niet direct bij de aanvraag voor kwekersrecht en/of toelating, maar in een later stadium autorisatie wilt aanvragen, kunt u dit formulier per e-mail aan ons sturen.
Download hier de volledige tekst van de beschikking (2004/842/EG).
Deze kunt u vinden op de pagina: Autorisatie: verhandeling materiaal nog niet toegelaten groenterassen, alinea "Over de regeling".
Een handige zoektool naar meer informatie is Gereguleerde ziekten en plagen opzoeken op de website van de NVWA.
U kunt contact opnemen met Amanda van Dijk via nal@naktuinbouw.nl
Vanaf 1 oktober 2024 zijn de nieuwe voorwaarden voor bemonstering zoals beschreven in de NAL-voorwaarden versie 12 van kracht. Na deze datum moeten uitgevoerde onderzoeken die worden gebruikt voor NAL-bedrijfsattesten aan deze eisen voldoen. De periode tussen de vaststelling van de nieuwe eisen (15 maart 2024) en 1 oktober 2024 is nodig om de bemonsterings- (en eventueel test)protocollen door NAL-deelnemers aan te passen en door NAL te laten goedkeuren. Kleine en commerciële zaadpartijen die vóór 1 oktober 2024 zijn bemonsterd en getest, zijn vrijgesteld van deze vereiste. De resultaten van vóór 1 oktober 2024 kunnen worden gebruikt voor NAL-bedrijfsattesten wanneer interne monstergroottes zijn toegepast.
U bent altijd zelf verantwoordelijk om de eisen van derden te controleren. Derden kunnen een test op een groter monster aanvragen.
Kleine zaadmonsters zijn afkomstig van een (zeer) laag aantal planten. De verhouding tussen de ene plant die besmet is met een pathogeen en de andere(n) is groot, dus het infectiepercentage is hoog. Het relevante aantal zaden is geëxtrapoleerd uit ISPM-nr. 31, bijlage 2, tabel 1 en kan worden berekend met de formules in bijlage 2
Voor bacteriën komt dit voort uit eisen voor GSPP (Good Seed and Plant Practices, zie GSPP: hygiene in seed production and plant raising to prevent infection with pathogens). Vergeleken met bacteriën hebben virussen en schimmels een ander risico (een ander infectiepercentage en een andere verspreiding), wat leidt tot een ander aantal zaden
De monstergrootte en submonstergroottes moeten worden beschreven en gevalideerd in uw testprotocol en/of validatierapport. Zie voorwaarde 22.8.6. Dit wordt beoordeeld door NAL.
Elke test moet het hele monster weergeven; het monster kan niet worden verdeeld voordat het testprotocol wordt gestart.
De formats van de paspoorten vloeien voort uit uitvoeringsverordening 2017/2313/EU.
De gepresenteerde formats zijn voorbeelden waaraan een plantenpaspoort moet voldoen. In deel A van de bijlagen van 2017/2313/EU staan voorbeelden van gewone plantenpaspoorten. De geest van de wet is dat de paspoorten de informatie bevatten die in de verordening wordt vermeld en dat paspoorten in de praktijk bij deze lay-outs aansluiten.
Dit zijn de vaste elementen op het plantenpaspoort:
• in de linkerbovenhoek: de EU-vlag (in kleur of zwart-wit)
• in de rechterbovenhoek: het woord Plant Passport
• 'A' + botanische naam
• 'B' + ISO-code lidstaat, koppelteken, fytosanitair registratienummer
• 'C' + traceerbaarheidscode
• 'D' + ISO-code land van oorsprong/productie, ook als dit Nederland is.
Ondanks dat ToRSV sporadisch voorkomt, kan het zijn dat ToRSV wordt vastgesteld. ToRSV is een Q-organisme. Wordt ToRSV op uw bedrijf aangetroffen, dan zal de NVWA aanvullend traceringsonderzoek uitvoeren en indien nodig maatregelen opleggen.
Als u partijen Malus en Prunus naar het VK wilt exporteren die in andere EU-lidstaten geteeld zijn dan is de ToRSV Pest status van dat betreffende land bepalend voor de garantstelling. Door middel van een Pre exportcertificaat (PEC) wordt deze garantie afgegeven. Dit regelt u zelf met uw leverancier.
Partijen planten van Malus en Prunus die zijn aangekocht in andere landen zijn na één volledig groeiseizoen Nederlands.
Als u uw materiaal verhandelt naar een andere EU-lidstaat en vandaaruit wordt geëxporteerd naar het VK zult u een PEC moeten meesturen. Deze PEC kunt u aanvragen in e-Cert.
zie Pre-exportcertificaat VK plantmateriaal (naktuinbouw.nl)
Nee, Noord-Ierland is uitgezonderd en wordt fytosanitair tot de EU gerekend. Deze uitzondering geldt alleen voor rechtstreekse zendingen door Groot-Brittannië onder douane verband.
Voorbeelden:
Vanuit Nederland of een andere EU-lidstaat rechtstreeks naar Noord-Ierland (zending komt niet op grondgebied Verenigd Koninkrijk): fytosanitair EU.
Vanuit Nederland of een andere EU-lidstaat via “Engeland” (Verenigd Koninkrijk naar Noord-Ierland): alleen fytosanitair EU indien rechtstreeks door en niet ingeklaard in het Verenigd Koninkrijk.
Vanuit Nederland of een andere EU-lidstaat via “Engeland” (Verenigd Koninkrijk naar Noord-Ierland, maar niet meer onder douaneverband (dus ingevoerd in Verenigd Koninkrijk): zending moet voldoen aan eisen Verenigd Koninkrijk, ook al gaat die later door naar Noord-Ierland.
Klik op de link Approved remarks on NAL quality certificates voor de volledige lijst.
Klik op de link Overview subcontractors voor een overzicht met onderaannemers en hun scope.